Bunlotl (2) – De baby-fase
“Ik weet dat het verkeerd is, maar ik heb geëxperimenteerd met DNA. In mijn kleine laboratorium heb ik vele soorten dieren DNA gemixt en gekoppeld, maar bij twee soorten had ik het meeste succes. Dit was het DNA van een konijn en een axolotl.
Het is me gelukt! Een nieuwe diersoort is geboren! Ik noem het, de Bunlotl.”
De baby-fase
Ik heb zes baby’s succesvol uit weten te broeden. Blauw, donkerblauw of wit van kleur. Er waren geen verschillen tussen de kleuren, of het verschil kwam door de manier van uitbroeden. Of de kleur bepaald werd door het geslacht is niet te zeggen. Ze zijn namelijk nog veel te klein om het geslacht van de diertjes met zekerheid te kunnen bepalen.
Ondanks dat ze wisten dat ze voedsel nodig hadden om te overleven, gingen ze niet zelf op zoek naar voedsel. Hun grote hoofden op een te klein lichaam zorgden ervoor dat ze zich niet goed konden verplaatsen. Ik dacht dat het anders zou zijn in water, maar ook hier hield de baby Bunlotl meer van ondiep, oppervlakkig water. Aangezien het diertje geen kieuwen heeft was dit wel te begrijpen.
Ik heb meerdere keren moeten ingrijpen om ervoor te zorgen dat zichzelf niet per ongeluk verwondden, maar ondanks al mijn voorzichtigheid heeft één ervan het helaas niet overleefd. Het werd me duidelijk at ze een volwassen Bunlotl nodig hadden om hun te helpen bij hun opvoeding.
Ik besloot om zelf in te grijpen als vervangende ouder-Bunlotl, en ging op zoek naar iets wat ze konden eten. Ik probeerde diverse dingen zoals kruiden, graan, wormen, kattenvoer, dingen die konijnen en axolotls lusten… Maar de baby Bunlotl’s hadden geen voorkeur. Ze stopten alles wat erin paste en mogelijk verteerbaar was in hun mondjes.
Het verteersysteem
Door het voeren van de Bunlotl en door de overleden Bunlotl te ontleden heb ik ontdekt hoe ze hun voedsel verteren. Het kleine wezentje stopt met zijn kleine, onontwikkelde handjes het voedsel in z’n mondje en maakt een kauwbeweging. Ik vermoedde dat ze iets van kiesjes hadden om te kauwen, maar dit is niet waar. Met hun tong en kauwbewegingen wordt het eten in beweging gebracht en gekneed, wat hun speekselklieren activeert.
Deze zijn bijzonder, want ze hebben twee soorten: één met enzymen en één met zuur. Hierdoor wordt het voedsel al langzaam verteerd en kan het doorgeslikt worden, waar de maag het verder overneemt. Het voedsel wordt langzaam verteerd, en het kan zo 6 uur duren voordat er uitwerpselen te zien zijn. De uitwerpselen zijn natte, langwerpige korrels met plasjes vocht. De Bunlotl heeft maar één uitgang, waardoor de afvalstoffen vaak tegelijkertijd naar buiten komen.
Groeispurt
Tot nu toe leken de baby’s meer op een axolotl dan op een konijn, maar daar begon langzaam verandering in te komen. De Bunlotl’s begonnen te groeien, en beetje bij beetje werden de veranderingen per week zichtbaar.
Eerst begonnen de achterpoten te groeien, waardoor ze beter hun evenwicht konden bewaren en leerden ze steeds beter lopen en hoppen. Dit betekende wel dat ze aan de wandel begonnen te gaan en ik ze goed in de gaten moest houden.
Daarna begonnen hun lijfjes te groeien, en daarmee ook de voorpootjes. Deze waren tot nu toe nog niet helemaal ontwikkeld, en langzaam verschenen er drie vingers aan ieder handje. De achterkant van het lichaam begint langzaam steeds meer op een konijn te lijken, en de oren en de staart die in de laatste fase begonnen met groeien laten toch duidelijke hints vallen dat er konijnen-DNA in dit schepseltje zit.
De mysterieuze gem op hun voorhoofdjes blijft op dit moment echter nog steeds klein.